Vennen

In de Voorkempen liggen honderden vennen verspreid op de waterscheidingskam van het Maas-, Schelde- en Netebekken. Vennen zijn streekeigen voor het landschap in de Kempen. Ze zijn van nature ontstaan, zijn afhankelijk van regenwater en kennen elk een uniek profiel. Voor de natuur zijn ze essentieel. Zeldzame salamanders, vlinders, libellen, waterplanten en vogels zijn afhankelijk van vennen.



Delen

Belang van vennen

Halte of eindstation 

Vennen in de Voorkempen liggen als clusters verspreid van Kalmthout tot Brecht. Ze vormen een netwerk van waterpartijen waar verschillende dier- en plantensoorten rust, beschutting, voedsel of nestgelegenheid vinden.

Vele kleine vennetjes samen, maken één groot leefgebied dat geschikt is voor libellen, amfibieën en weidevogels. Sommige dieren verblijven hier permanent, andere trekken door.

Ven of poel?

Op plekken waar water niet naar de ondergrond doorsijpelt, verzamelt het regenwater zich. Deze waterplassen kregen in de Kempen de naam ‘vennen’.

Een poel is gegraven door de mens en vult zich met grondwater.

Ruimingswerken

Wat kan je als eigenaar doen?

Beheer van vennen

Een ven in een weinig bemeste omgeving, zoals in natuurgebieden, vraagt weinig beheerwerk. Vennen in landbouwgebied kennen een snellere opbouw van slib op de bodem.

Ruim elke 15 jaar het slib uit het ven. Bij grote vennen kan je dit werk spreiden in tijd en zone na zone ruimen. Best ruim je niet meer dan 250 meter³ per keer. Zo blijft de impact op de natuur beperkt.

Als je slib ruimt, is een bodemonderzoek verplicht. Tenzij: Je niet meer dan 250 meter³ slib ruimt EN het geen historische vervuiling kent. Voor bepaalde afvalstromen die je wil gebruiken als bodemverbeteraar is een grondstoffenverklaring verplicht.

Wetgeving

Vennen vallen in het natuurdecreet onder de bescherming van vegetaties. Je mag ze niet aanpassen of verwijderen. Normale onderhoudswerken zijn wel toegelaten:

  • behoud of herstel van de oorspronkelijke waterhuishouding
  • terugdringen van de voedselaanrijking
  • openhouden van het ven: snoei struweel op de oevers als hakhoutbeheer

Actuele venprojecten in de Voorkempen

Brechtse heide

In de bossen op de Brechtse heide liggen een heel aantal vennen die last hebben van verdroging en vermesting.

Hier nemen we hydrologische herstelmaatregelen door afvoergrachten te dempen. Door een slibruiming kunnen we het ven weer voedselarmer maken.

Bij eerdere slibruimingen werd het slib op de oevers gegooid. Dat voeren we nu mee af, zodat natuurlijke oevervegetaties weer alle kansen krijgen.

Caterskapel

Het ven bij Caterskapel in Schilde valt elk jaar erg vroeg droog, waardoor larven van onder andere amfibieën geen kansen krijgen.

We gaan dit ven lokaal verdiepen, zodat het langer water houdt. Dit ven is een historisch gegraven blusput voor bosbranden met onnatuurlijk steile oevers. Door de oevers af te schuinen creëren we meer kansen voor oevervegetatie dat ook voordelig is voor het waterleven.

Rond de kapel verwijderen we overwoekerende rododendron. Deze invasieve exoot concurreert inheemse vegetatie weg en zorgt ervoor dat het kapelletje niet mooi zichtbaar is.

Rommersven

Het Rommersven is het grootste ven van Brecht, maar lijdt erg onder verdroging en vermesting. Een bijkomend probleem is de sterk versnipperde eigendomssituatie: het ven is omsloten door woningen.

In deze bebouwde omgeving is de natuurlijke waterhuishouding sterk verstoord en is het ven veel te voedselrijk geworden.

Hier zal ook hydrologisch herstel plaatsvinden, een slibruiming en het lokaal verdiepen van het ven om lang genoeg water te houden voor de ontwikkeling van amfibieënlarven.

Dit venherstel kan plaats vinden met de steun van het Agentschap voor Natuur en Bos.