Als alternatieve paden voor niet-gemotoriseerd verkeer bieden trage wegen je een ideale ontsnappingsroute om rustig, milieuvriendelijk en veilig door het landschap te bewegen.
Je vindt ze overal: op het platteland, in een dorpskern of verkaveling, zelfs in de stad. Verhard of onverhard, breed of smal, doorheen het landschap of midden door je dorp. Ze kennen veel gedaantes en brengen je overal, veilig en avontuurlijk. Ze gaan soms terug tot de Romeinse tijd.
Trage wegen vertellen als levend erfgoed, het verhaal van een dorp of gemeenschap. Verder zijn het belangrijke ecologische verbindingen tussen natuurgebieden, waarover tal van planten en dieren zich makkelijk kunnen verplaatsen.
Heel wat wandelpaden uit onze wandelnetwerken, wandellussen en wandelgebieden zijn trage wegen, maar er zijn er nog veel meer die nog niet, of niet meer, in gebruik zijn. Daarom kunnen gemeenten beroep op ons doen bij de opmaak van een trage wegenplan en het concreet openstellen en (opnieuw) toegankelijk maken van trage wegen.
Eerst en vooral brengen we de trage wegen van ons werkingsgebied in kaart. Samen met bewoners, eigenaars, het gemeentebestuur, landbouwers, wandelaars en fietsers bekijken we of openstelling en/of herstel van de geïnventariseerde trage wegen wenselijk is. We bundelen de adviezen en leggen prioriteiten vast. In een laatste fase voeren we aanleg- en herstellingswerken uit waarbij we rekening houden met de landschappelijke inkleding van de trage weg, haar natuurlijke functie en de nodige infrastructuur, zoals het plaatsen van banken of bruggetjes.
Om te bepalen welke trage wegen opnieuw worden opengesteld, en welke zullen worden verlegd of afgeschaft, wordt vaak de vraag gesteld: waarvoor gebruiken we deze trage weg?