Lindedreef Rundvoortstraat Ranst

Oorlogsheld: Alfons ‘Fonske’ Daems

Alfons ‘Fonske’ Daems

Op 4 augustus 1914 om acht uur 's morgens overschreden de eerste Duitse troepen de grens bij Gemmenich: de oorlog was begonnen. De slag om Luik zou duren tot 16 augustus.

Oelegemnaar Alfons Daems lijkt op de foto, genomen op 2 april 1915 in De Panne, meer op een knulletje dan op een doorgewinterd soldaat, maar toch had hij op dat moment al enkele maanden oorlog achter de rug. Hij was er van in het begin bij in Luik, met het 9de Linieregiment. Na 16 augustus moest dat zwaargehavend terugtrekken naar Antwerpen, waar het werd samengevoegd met het 29ste Linieregiment.

Fonske nam deel aan de uitvallen uit Antwerpen, en weer ontsnapte hij aan de dood. Na de vlucht uit de vesting Antwerpen zien we hem in oktober 1914 tijdens de IJzerslag, waar hij mee de Duitsers terugdreef in Ramskapelle. Ook dat overleefde hij en nu volgde een periode van monotone afwisseling van wacht, piket en rust in de loopgraven en af en toe een langer 'verlof' in de verder van het front afgelegen rustkantonnementen.

Op 1 april 1915 maakte een granaat uit een Duits kanon een einde aan Fons' aardse zorgen. Een rechtstreekse inslag gevolgd door een zware ontploffing en Fons bleef zwaargewond aan de onderrug liggen in een plas bloed.

De brancardiers legden de eerste noodverbanden. Vervolgens ging het op een brancard richting hospitaal l'Océan in De Panne. Een helse tocht van meer dan 15 kilometer over slechte wegen, maar Fons arriveerde er nog levend. De diagnose: een grote wonde aan onderrug en endeldarm en veel bloedverlies, de redding voorbij. Voor stervenden was er een aparte kleine kamer in het hospitaal. Fons overleed er op 2 april en kreeg de dag nadien een begrafenis op het kerkhof in Adinkerke. Daar bleef hij, uiteindelijk samen met 1782 andere gesneuvelden.

Het verhaal van Fonske kan je ook lezen in de publicaties van Willem Segers, Oelegemse oudstrijders 1914-1918 en  Vergeet me niet. Ereboek voor de Ranstse gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog.