Mispels

Koken zoals in de middeleeuwen

Verjus

De arts Gheeraert Vorselman geeft in zijn Nyeuwen coock boeck (1560) twee recepten voor verjus. Het recept voor zomerverjus was wijd verbreid. Het komt ook voor in Le Ménagier de Paris uit de veertiende eeuw, waar in plaats van azijn en wijn witte (oude) verjus van zuring wordt gebruikt 'Vertjus d’ozeille'. Maar als je oude verjus nodig hebt om zomerverjus te maken en die is op of bedorven, dan heb je er nóg niets aan. Het recept voor winterverjus staat ook in het Medecynboec uit 1593 van Carolus Battus. Hij gebruikt ongeroosterd zout, maar kookt het druivensap om het langer houdbaar te maken. Als je druiven door een slechte zomer te zuur zijn gebleven, zou je het sap kunnen pasteuriseren in een sapketel en daar verjus van kunnen maken.

Mispel

De vrucht van een kleine boom (de Mespilus germanica) die verwant is aan appels. De vrucht lijkt ook een beetje op een appel, maar wat bij de appel het klokhuis is, is bij de mispel zichtbaar aan de onderkant. Mispels zijn, zelfs als ze rijp zijn, oneetbaar, ze zijn werkelijk steenhard. Vandaar de uitdrukking “zo rot als een mispel”, want pas als de mispel bruin verkleurd is en zacht aanvoelt door fermentatie is hij te genieten, en dan nog vinden velen het maar een vieze vrucht.

Mispels werden vroeger aan most toegevoegd om de houdbaarheid te verlengen en de smaak te verbeteren, vandaar ook dat Vorselman dit aanraadt bij verjus.

Most

Dit is gistend druivensap. Als het sap van rijpe druiven is geperst, begint de gisting (door natuurlijk aanwezige of toegevoegde gist). Most kun je dan ook niet afgesloten bewaren, de gevormde gassen moeten weg kunnen. Nadat die eerste heftige gisting voorbij is rijpt het vocht rustig verder tot wijn. Most is er alleen maar vlak na de druivenoogst, want het veranderd al snel in jonge wijn. Je kunt het dus maar een korte periode krijgen. Aangezien verjus van onrijpe druiven wordt gemaakt, is de door Vorselman genoemde most, zoals hijzelf ook al aangeeft, ook van onrijpe druiven. Door het lage suikergehalte vindt er amper gisting plaats.

Bron: Coquinaria.nl/verjus

Om groen verjuys te maken tsomers

Neemt de tweedeel sulckerbladeren ende het derdedeel petercelie ende stoot dese tsamen ende dan doet dat met wat wijns ende azijns door eenen stromijn. Ende oft ghi geenen sulcker gecrigen en cont, neemt daer voor wijngaertcrammen.

Om winterverjuys te maken

Neemt verschen most van onrijpe druyven, ende doet daer in geroost sout, so matelic dat daer na niet en smake, ende dan doeter in een deel onrijpe mispelen.Om winterverjus te maken.

Om groene verjus te maken in de zomer

Neem tweederde deel zuringbladeren en éénderde deel peterselie. Stamp deze samen fijn, en duw dat met wat wijn en azijn door een zeef. En als U geen zuring kunt krijgen, neem dan wingerdranken ervoor in de plaats.

Om groene verjus te maken in de winter

Neem verse most van onrijpe druiven, en doe daar geroosterd zout in, zo weinig dat het er niet naar smaakt. Doe er verder enkele onrijpe mispels in.

© GPMMAB via Pixabay

Mispelmoes

De mispelen suldi sien op hete coelen, ende genouch gesoden zynde, doetse vanden viere, doeter in .xxv. doren van eyers ende passert zynde, doeter in een deele ongesouten boter, wat notenpoyer, stellet opt vier, altits roerende dat niet en verberne. Ende alst dicke genouch is, doeter in een halve croes roosewaters, ist niet genouch, doeter suicker in ende roeret altits tot dat cout is, stroiter over pouer de duc.

Bron: Cock Bouck, dat deel uit maakt van de historische collectie van de Antwerpse stadsbibliotheek.
Vertaling en aanpassing: Foodarcheoloog Jeroen Van Vaerenbergh.

Sudder de mispels (in een pot) op gloeiende houtskool. Neem ze van het vuur als ze gaar zijn. Voeg 25 eierdooiers en wat nootmuskaat toe (, roer) en duw door een zeef. Zet terug op het vuur en blijf roeren. Laat inkoken en doe er rozenwater bij (en neem van het vuur). Voeg suiker toe (naar wens) en blijf roeren tot het afgekoeld is. Strooi er “poeder van de duc” over.

Tip
  • 25 eierdooiers lijken te veel (zeker omdat we niet weten wat de starthoeveelheid mispels is). De dooiers gaven het een gebonden en rijkelijkere consistentie. Vandaag zouden we dooiers weglaten.
  • “Pouer de duc” was een mengeling van kaneel en suiker die men at als smaakmaker bij het nagerecht, volgens sommigen om de maag te verstrekken.

De toevoeging met rozenwater en gesuikerde specerijen lijken een boeiende combinatie en zullen de aanwezige smaak in de mispel (een heester uit de rozenfamilie) upliften.