Hoe men peeren confyten sal

Koken zoals tijdens de middeleeuwen

Middelnederlands recept

Neempt van de beste peren die niet sapachtich en syn, scheltse ende doorstecktse met een pennemesken, twee oft drymael dweers door ende legtse in schoon water, ende laetse dan eens in schoon water opsieden, dan suldy suycker klaren, daer meer waters toe is als suycker, daerin suldyse wederom sieden, soo langhe, totdatse soo morwe syn, dat als mense met een pinsoen oft priem steckt, daer wederom afvallen, dan laetse staen in dat suyckerwater, totdat het spint, dan laet de peeren wel verleken, ende maeckt dat gy sirope genoech hebt om de peren mede te decken, ende siedetse alle daghe tot ses, oft seven daghen lanc, laetende altyts de peeren verleken, ende ghieten de sirope altyts wederom heet op, totdat gy siet de peren wel door geconfyt ende claer syn. Dan suldy de sirope sieden totdat sy wel dick spint aen den vingher, laet de sirope met de peeren wel doorsieden, dan neempt de peeren uut, ende laet de sirope sieden, ende doet er riekende water by, naer u quantiteyt, ende laetse daernaer wederom sieden, totdat de sirope van pas dick is, dan doetter de peeren in, ende laet het tsamen eens opsieden, doetse dan in potten oft tonnekens, want sy syn volmaeckt tot sucade.

Dit is, om de waerheyt te segghen, wat costelyc, ende vreese my terstont in den eersten begrypen sult, ende aentyghen, dat myn beloofte niet gehouden en hebbe, maer bidde my te willen ontschuldighen. Dit is geschiet ter liefde van sommighe jonghe vroukens, die ghern wat quisten, oock als men veel geconfyte peeren soude van doen hebben, costen onghelyck min, in huys gemaeckt, dan tot den banketbacker gecocht. Sus meucht ghy alderhande confituren maecken.

Vertaling

Selecteer de beste, niet al te sappige peren, schil ze en snij ze in de lengte door in vier of zes gelijke stukken. Leg ze in proper water. Laat ondertussen suiker klaren (bv 100gr suiker in 0,5l water) noot: het vervelende bij middeleeuwse en vroegmoderne recepten is dat de hoeveelheden vaak niet of erg vaagjes worden vermeld. Om ons daarom niet al te hard te laten verdwalen in dit sappige 17de eeuwse recept, geven we af en toe hoeveelheden mee uit hedendaagse recepten). Als de peren af de vork of priem vallen, zijn ze klaar) en het suikerwater helder wordt, leg je de doorkookte peren vervolgens in het suikerwater. De peertjes kook je in de suikersiroop op tot ze zacht worden (dit kan je checken door er even met iets scherp in te prikken. Laat het fruit vervolgens liggen tot de stroop helemaal afgekoeld is. Het fruit moet dan uit de stroop gehaald worden. Warm de stroop opnieuw op en voeg hier een kwart suiker aan toe. Dan kan het fruit weer in de siroop gelegd worden, tot deze opnieuw is afgekoeld.

Volgens het 17de eeuwse recept moeten we de peren 6 tot 7 dagen steeds terug opwarmen met een goede scheut suikersiroop maar om het recept behapbaar te maken herhalen we het opgieten met de warme stroop tot minimaal drie keer.  

Het oude recept waarschuwt de vrouw des huizes nog op het einde: Het is, eerlijk gezegd, een zeer kostelijk recept. De auteur van het recept had in de inleiding van zijn boek beloofd aan vooral de jonge vrouwelijke lezers dat zijn kookboek hen ging helpen bij het plezier van hun echtgenoot met gevarieerde, behapbare en goedkope recepten. Hij verontschuldigt zich dus zeer bewust voor dit wel duurder receptje toch in het boek op te nemen. Hij troost de ‘jonge vrouwen die af en toe graag eens kwistig zijn’ met de eindzin dat het toch  nog steeds beter is om de peertjes zelf te konfijten in plaats van ze te kopen bij de banketbakker – iedereen gerustgesteld dus ;-).